Talent in het onderwijs
Een onderzoek naar de visie van talent(ontwikkeling) van leerkrachten binnen het primair onderwijs
Talent en geluk
De positieve psychologie, stelt dat mensen gelukkig zijn en tot bloei komen wanneer zij zich concentreren op hun talenten. Ze ervaren dan een flow: een mentale toestand waarin ze totaal opgaan in een bezigheid. Als mensen flow ervaren, verlangen ze naar herhaling van het gevoel dat ze daar van krijgen, wat maakt dat ze gemotiveerd zijn om zich hiervoor in te spannen. De filosoof Boëthius legde een verband tussen arbeid, geluk en zingeving. Volgens hem zijn aanzien, fysiek genot, materiële rijkdom en onafhankelijkheid geen vormen van geluk, maar vloeien ze voort uit geluk. Door werk te maken van je talenten en mensen hiervan te laten meegenieten bereik je volgens hem echt geluk. Toch richten mensen vaak hun aandacht op vaardigheden die buiten hun talent liggen. Dit is iets wat Menskracht in de praktijk veel tegenkomt in de vorm van werknemers in bedrijven die hun talenten niet benutten in hun werk.
Wat is talent?
Over het begrip ‘talent’ is geen eenduidige betekenis. Meestal wordt beschreven dat iemand die talent heeft betere prestaties levert op een bepaald gebied dan anderen. Sommigen zijn van mening dat mensen opgeleid moeten worden om hun optimale ontwikkelingsniveau te behalen. Het wordt aan leerkrachten toevertrouwd om mensen op te leiden, maar onderwijs is meer dan alleen lesgeven. Het is noodzakelijk dat leerkrachten zich aanpassen aan de leerbehoeften van hun leerlingen en daarnaast ondersteunend zijn bij die leerbehoeften. Volgens het “Differentiated Model of Talent Development” (DMGT) is de omgeving van invloed op het talentontwikkelingsproces en daar maakt ook de leerkracht deel van uit. Wanneer de leerling een goede relatie heeft met de leerkracht kan dit ervoor zorgen dat de leerling durft te laten zien waar hij of zij goed in is. Omdat talentontwikkeling geen zelfsturend proces is, is de mate waarin talent ontwikkeld wordt onder andere afhankelijk van de mate waarin de leerkracht tijd en aandacht besteedt aan de individuele leerling. Talentontwikkeling gaat niet alleen om het cognitieve domein maar ook over de sociale, creatieve en sportieve domeinen. Het is belangrijk dat leerkrachten bewust willen kijken naar waar leerlingen goed in zijn. Ze kunnen daarvoor verschillende hulpmiddelen gebruiken en een context scheppen waarin de leerlingen ontdekken wat ze leuk vinden om te doen en wat ze goed kunnen, zowel binnen als buiten het curriculum.
Alexandra Koops van ’t Jagt deed onderzoek naar of er een verschil is tussen Openbare scholen, Vrije scholen en Steve Jobsscholen/iPadscholen met betrekking tot de visie van de leerkrachten op talent (ontwikkeling). Hiervoor vroeg ze zich af in hoeverre er een verschil is in de manier waarop de leerkrachten binnen de drie onderwijstypen bepalen dat er sprake is van talent bij een leerling. Ook vroeg ze zich af in hoeverre de activiteiten en werkzaamheden die de leerkracht uitvoert met betrekking tot talentontwikkeling verschillen binnen Openbare scholen, Vrije scholen en Steve Jobs scholen. En als laatst vroeg ze zich af in hoeverre er een verschil is binnen de drie onderwijstypen in de ondersteuning die de leerkracht krijgt aangeboden van de school.
Drie onderwijstypen
Alexandra vergeleek in haar onderzoek drie onderwijstypen: Openbare scholen, Vrije scholen en Steve Jobsscholen/iPadscholen. Openbare scholen zijn algemeen toegankelijk, beperken hun aandacht niet tot één levensovertuiging of geloof en zijn van de overheid. De kernwaarden van het openbaar onderwijs vertalen zich in uitgangspunten als wederzijds respect, actieve participatie en iedereen is welkom. Het idee hierachter is dat problemen zoals als de scheiding van leerlingen in ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen en het gebrek van integratie van verschillende bevolkingsgroepen, verminderd worden.
Het Vrije school onderwijs is gebaseerd op de antroposofische pedagogiek van Rudolf Steiner. Dit maakt dat zij uitgaat van talent die opgeslagen liggen in de individuele mens. Het onderwijspakket dat de Vrije school aanbiedt is breed. De leerlingen leren niet alleen rekenen en lezen, maar ook dansen, zingen, toneelspelen, schilderen en het spreken van vreemde talen. De Vrije school wil kinderen ervaring laten opdoen op veel verschillende gebieden, zodat zij later overal in bepaalde mate kennis van hebben. De ene leerling is meer praktisch ingesteld, de ander meer intellectueel en weer een ander is meer sociaal gericht. Binnen de vrije school worden al deze 15 verschillende vermogens aangesproken, zodat het kind zijn eigen kwaliteiten optimaal kan benutten.
Steve Jobsscholen zijn openbare scholen en staan dus open voor iedere leerling, ongeacht welke godsdienst of levensbeschouwing zij navolgen. Binnen deze scholen wordt gebruik gemaakt van de iPad en daarom worden de scholen ook wel iPadscholen genoemd. Het onderwijsmodel voor deze scholen is samengesteld door de stichting Onderwijs voor de Nieuwe Toekomst (O4NT). O4NT houdt een visie aan waarin de digitale revolutie centraal staat. De nadruk ligt daarbij op de ontwikkeling van talenten van elke leerling en kinderen in staat te stellen goed te functioneren in de wereld van morgen, door de digitale middelen (iPads) van vandaag te benutten.
Resultaten
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve methode wat zich uitte in een vragenlijst met zowel open als gesloten vragen, een zogenaamd mixed-methods onderzoek.
De leerkrachten van alle drie de scholen lijken het er over eens te zijn dat er sprake is van talent als zij als leerkracht zien dat een leerling ergens goed in is en er meer dan gemiddelde interesse voor een bepaalde vaardigheid is. In de manier waarop leerkrachten bepalen dat er sprake is van talent bleek wel een verschil te zijn. De leerkrachten van Openbare scholen maken meer gebruik van toetsscores bij het bepalen of er sprake is van talent bij een leerling. Leerkrachten van Vrije scholen maken hierbij weer meer gebruik van rapportcijfers.
Om te inventariseren in hoeverre de activiteiten en werkzaamheden die de leerkrachten uitvoeren met betrekking tot talentontwikkeling verschillen binnen de drie onderwijstypen werd de leerkrachten eerst de volgende stelling voorgelegd: ‘als leerkracht ben ik bewust bezig met talentontwikkeling in mijn klas’ voorgelegd. Van de leerkrachten van Openbare scholen beantwoordde 55 procent deze stelling met ‘ja’, bij de leerkrachten van Vrije scholen lag dit percentage op 80,8 procent en van de leerkrachten van de Steve Jobsscholen/iPadscholen op 72,4 procent. Op de vraag hoe leerkrachten dit dan doen geeft de meerderheid van de leerkrachten van de Openbare scholen aan dit te doen door leerlingen te stimuleren. Van de leerkrachten van de Vrije scholen geven de meesten aan bewust bezig te zijn door verder te kijken dan alleen cognitief gebied en door leerlingen te stimuleren. En van de leerkrachten van de Steve Jobsscholen/iPadscholen geeft de helft aan bewust bezig te zijn door te kijken waar een leerling goed in is en een derde van de leerkrachten geeft aan de leerlingen zelf te laten ontdekken.
Wat betreft de ondersteuning die de leerkrachten aangeboden krijgen van school geeft de helft van de leerkrachten van de Openbare scholen aan dat school veel verschillende activiteiten aanbiedt aan de leerlingen. Ook de meerderheid van de leerkrachten van de Vrije scholen noemen deze ondersteuning. De overige leerkrachten van de Vrije scholen geven aan dat het hele onderwijs erop aangepast is. Een voorbeeld antwoord binnen deze categorie is: de hele visie en soort onderwijs van de school is afgestemd op talentontwikkeling. Van de leerkrachten van de Steve Jobsscholen/iPadscholen geeft een derde aan dat er veel verschillende activiteiten zijn voor leerlingen, een derde geeft aan dat er workshops zijn voor leerlingen en een derde heeft geen idee welke ondersteuning school biedt.
Conclusie
Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden vastgesteld dat er in grote lijnen geen verschillen te vinden zijn tussen Openbare scholen, Vrije scholen en Steve Jobsscholen/iPadscholen met betrekking tot de visie van leerkrachten op talent(ontwikkeling). De meerderheid van de leerkrachten geeft aan dat de definitie natuurlijke aanleg het beste past bij talent. Een voorbeeld antwoord in de categorie natuurlijke aanleg was: dat wat je van nature bezit, maar wel wat zorg van buitenaf dient te krijgen. Opvallend is dat de scholen vooral gebruik maken van toetsscores en rapportcijfers om te bepalen of er sprake is van talent. Dit is mogelijk te wijten aan een gebrek van kennis op het gebied van talent(ontwikkeling). Leerkrachten geven zelf ook aan behoefte te hebben aan meer kennis op het gebied van talentontwikkeling. Een van de aanbevelingen aan scholen is dan ook om leerkrachten te faciliteren in het volgen van cursussen of opleidingen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!